U heeft vast wel via een reclamekanaal gehoord of gelezen: ‘Zijn planten de nieuwe koeien?’. Deze veelgebruikte kreet, door een grote consumer goods leverancier uit de Benelux, haakt in op de huidige trend meer plantaardig voedsel te eten of flexitariër te worden. Deze trend lijkt ook te sluimeren in diervoeders. Zo speelt voor E.F.S., leverancier van zalmolie/visolie, de vraag: “Is zalmolie/visolie te vervangen door plantaardige oliën?”

Het kortbondige wetenschappelijke antwoord is ‘nee’.

Vetzuren

Planten bevatten van nature slechts één omega-3 vetzuur, namelijk alfa-linoleenzuur (ALA: C 18:3). Vissen daarentegen halen meerdere omega-3 vetzuren uit voeding, waaronder enkele essentiële vetzuren zoals eicosapentaeenzuur (EPA: C 20:5) en docosahexaeenzuur (DHA: C 22:6), welke middels fotosynthese door algen en plankton worden geproduceerd. Zo komt de gevormde omega-3 verder in de voedselketen. De mens maakt door het eten van vis ook deel uit van deze keten. Eeuwenlang wordt al vis gegeten voor een goede gezondheid (vrijdag visdag). Denk hierbij aan de filet maar uiteraard ook de bekende levertraan.

Vandaag de dag ligt het eten van vlees/vis sterk onder de loep en wordt het ook benoemd in het klimaatakkoord. In de foodsector wordt gesuggereerd dat we voldoende voedingsstoffen, waaronder omega-3, uit plantaardige producten kunnen halen. Zo ook de stelling ‘Zijn planten de nieuwe koeien?’. Hierbij wordt over het hoofd gezien dat plantaardige oliën enkel het omega-3 vetzuur alfa-linoleenzuur bevatten en niet EPA en DHA. Nu is het zo dat alfa-linoleenzuur door mens en dier omgezet kan worden in EPA en DHA, maar uit verschillende studies blijkt dat men dit slechts zeer beperkt om kan zetten tot de essentiële vetzuren. Hussein et al. (2005) heeft aangetoond dat uit ALA slechts 0,3% EPA en <0,01% DHA gevormd kan worden.

EPA en DHA zijn juist de meervoudig onverzadigde vetzuren die vele gezondheidsvoordelen bieden. In het huidige voedingspatroon van mens en dier is de verhouding omega-3:omega 6 uit balans. Een optimale ratio is 1:5, echter ligt deze vaak boven de 1:10. Dit leidt tot stijging van ontstekingsreacties, verminderde vruchtbaarheid, een verhoogd risico op hart en vaatziekten en huidproblemen. Recent praktijkonderzoek door E.F.S. toont aan dat zeugen gemiddeld 1,2 levend geboren biggen per worp geven bij de inzet van 1% E.F.S. Schotse visolie (2018).

Hieruit kan gesteld worden dat vis en visolie niet een op een uitwisselbaar zijn met planten en plantaardige oliën. Het blijft voor de gezondheid belangrijk om omega-3 uit visproducten te consumeren.

Duurzaamheid

Een voor ons bijkomende vraag bij de stelling ‘zijn planten de nieuwe koeien.’ luidt: ‘Is de uitwisseling van visolie naar plantaardige olie een duurzaam alternatief?’.

Door vroegere overbevissing en onvoldoende beschikbaarheid van wilde vis wordt vandaag de dag veel gekweekte vis geproduceerd en geconsumeerd. Met de huidige systemen en certificering (o.a. MSC en ASC) wordt de visserij op een verantwoorde en klimaatvriendelijkere manier gereguleerd. Daarnaast is de kweek van vis onder streng gecontroleerde omstandigheden zeer efficiënt, o.a. door een zeer lage voederconversie.

Zo werd vroeger o.a. in de visserij de viscera overboord gegooid en dit had/heeft een negatief effect op het milieu. In de wetgeving is nu opgenomen dat de viscera aan land gebracht moet worden. De leveranciers van E.F.S. zetten deze viscera om in een hoogwaardige olie en eiwit.

Hiermee wordt een reststroom uit de food sector verwerkt in de feed sector en wordt bijgedragen aan een duurzame en gezonde veehouderij.