De laatste maanden is veel gesproken over de volgende vraag: ‘Hoe komen prijzen van zalmolie tot stand?’. In deze nieuwsbrief willen wij u graag een inzicht geven hoe deze prijzen worden benaderd.

Ten eerste is de inkoopwaarde van zalmolie afhankelijk van de visquota en marktsituatie en fluctueert mee met de wereldmarktprijzen. Daarnaast is de prijs afhankelijk van het EPA+DHA gehalte in de olie. Echter wordt deze op verschillende, soms incorrecte, manieren benaderd. Hieronder geeft het E.F.S salesteam een zo duidelijk mogelijk overzicht van onze prijsbenadering. Als basis gaan we uit van de prijs van sojaolie.

Stel: de prijs van sojaolie is € X per ton. De prijs van een (vis)olie met een gehalte van 16% EPA+DHA in de markt is € Y per ton. Het prijsverschil tussen een standaard olie en de EPA+DHA (vis) olie is dan € Z (€ Y – € X). Om te komen tot de waarde van één procent EPA+DHA wordt dit bedrag gedeeld door het percentage EPA+DHA. Voor deze situatie is de prijs per procent EPA+DHA dus € Z/16. Deze prijs (€Z/16) kan vermenigvuldigd worden met het EPA+DHA gehalte van verschillende visoliën of omega-3 bronnen. Op basis van de prijs van het product met een gehalte van 16% EPA+DHA mag zalmolie met 11% EPA+DHA dan €X+11*Z/16 kosten. Een lagere prijs betekent een voordeel in de tank voor de klant. Als er actuele prijzen worden ingevuld in de bovenstaande formules dan kan men dit voor elke situatie berekenen.

Marktprijzen

Naast deze benadering geeft E.F.S. in elke nieuwsbrief de situatie rondom de marktprijzen van zalmolïën. Het laatste kwartaal zijn de prijzen enkele tientallen euro’s per ton gestegen. Deze prijsstijging mag verklaard worden door de vooraf al aangekondigde tegenvallende quota in Zuid-Amerika.